Meer Franse grensarbeiders bij ons aan de slag

KORTRIJK - Er zijn iets meer Franse grensarbeiders bij ons aan het werk dan voorgaande jaren. Dat blijkt uit een vraag van N-VA Vlaams parlementslid Axel Ronse aan minister van Werk Philippe Muyters. Maar die stijging is onvoldoende om de behoefte aan geschikt personeel in onze provincie in te vullen. Volgens Unizo moet er blijvend werk worden gemaakt van het bij- en omscholen van Vlaams werkzoekenden.

Eind vorig jaar werkten 6.770 Fransen als grensarbeider bij ons in de provincie. Dat waren er 2,5 procent meer dan het jaar daarvoor.

Een lichte stijging dus, maar onvoldoende om de vacatures afdoend in te vullen.

Meer vacatures

Ook de werkloosheidscijfers bij ons dalen. Vorige maand waren er nog maar 32.500 mensen werkzoekend. Dat zijn er ruim 5 procent minder dan diezelfde periode vorig jaar. “Maar tezelfdertijd steeg het aantal vacatures met bijna één derde in vergelijking met vorig jaar, tot meer dan 35.000 vacatures bij ons”, zegt Frederik Serruys, directeur van de vereniging van zelfstandige ondernemers Unizo West-Vlaanderen.

“De vijver om geschikt personeel te vinden wordt opnieuw kleiner, vooral in de regio Kortrijk en Roeselare. Dat levert voor veel ondernemers problemen. Geschikt personeel is immers de belangrijkste grondstof om een onderneming draaiend te houden. De inzet van grensarbeiders is echt wel noodzakelijk”, zegt Frederik Serruys.

Tegelijk roept Unizo op om nog meer werk te maken van de bij- en omscholing van de werkzoekenden. Ook voor grensarbeiders zelf kan nog meer inspanning worden geleverd. “Het systeem van individuele beroepsopleiding (IBO) voor grensarbeiders is onderbenut”, zegt Unizo-directeur Frederik Serruys.

Amper tien Fransen

Sinds juni 2013 kunnen Franse werkzoekenden uit Nord-Pas-de-Calais via dat IBO-systeem bij West-Vlaamse bedrijven aan de slag. “Aan het systeem zitten voordelen vast voor werknemer én werkgever. Zo krijgt een ondernemer bij ons meer financiële ademruimte om een kandidaat op te leiden,” meent Unizo. “Opmerkelijk is dat vorig jaar slechts tien Franse werkzoekenden gebruik hebben gemaakt van die individuele beroepsopleiding. Dat waren er 18 minder dan het jaar daarvoor. Voor ons,” zegt Unizo, “is het onbegrijpelijk dat het systeem al die tijd onderbenut bleef. Wij hopen dat de Fransen de werkzoekenden voor dat systeem weten te mobiliseren en van de VDAB verwachten we dat er acties worden ondernomen om de West-Vlaamse werkgevers warm te maken voor die individuele beroepsopleiding.”