U bent hier
Idee van stilzwijgende vergunning lijkt begraven

Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Joke Schauvliege (CD&V) heeft de mogelijke toepasbaarheid van de 'lex silencio positivo' (stilzwijgende vergunning) binnen de ruimtelijke ordening onderzocht en komt tot de vaststelling dat dit niet mogelijk is. Dat antwoordt ze op een schriftelijke vraag van Vlaams parlementslid Axel Ronse (N-VA). Ronse meent dat we nu moeten nadenken over alternatieven om ervoor te zorgen dat burgers en ondernemers sneller duidelijkheid en rechtszekerheid krijgen over hun projecten.
In Vlaanderen gelden specifieke procedures en termijnen voor het aanvragen van stedenbouwkundige vergunningen. In de eerste plaats zijn het de gemeentebesturen die instaan voor het afleveren van vergunningen. Zij hebben hiervoor momenteel 75 dagen de tijd. Indien een openbaar onderzoek vereist is, geldt een maximale termijn van 105 dagen. Ook bij beroepsprocedures bij de deputatie worden maximale termijnen gehanteerd. In de meeste gevallen worden deze termijnen ook gehaald.
"Maar in bepaalde gevallen laat men de beslissingstermijn voorbijgaan, waardoor je de facto geconfronteerd wordt met een weigering van je aanvraag, en dat moet anders", vindt Axel Ronse (N-VA).
In het verleden heeft met name Open Vld verschillende keren aangedrongen op de stilzwijgende vergunning of lex silencio positivo. Maar in antwoord op een vraag van N-VA-parlementslid Axel Ronse heeft CD&V-minister Schauvliege gezegd dat de invoering van de 'lex silencio' in Vlaanderen niet mogelijk is.
Ronse pleit ervoor na te denken over alternatieven. Zelf vindt hij het nodig om te blijven zoeken naar eenvoudige procedures en instrumenten. "Meer duidelijkheid en rechtszekere procedures, dat is waar de burger en ondernemer in Vlaanderen nood aan heeft", zegt Ronse.
Ronse vernam ook nog dat de minister momenteel onderzoekt of een systeem met dwangsommen - naar Nederlands voorbeeld - ook in Vlaanderen kan toegepast worden wanneer besturen niet tijdig een beslissing nemen. Ronse vindt het positief dat de minister dergelijk systeem wil onderzoeken en vraagt haar alvast om daaromtrent zeker met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in overleg te gaan.