U bent hier
Langdurig zieken en leefloners: iedereen moet aan de slag

In vijf jaar tijd is het aantal langdurig zieken die een gespecialiseerd traject volgen om opnieuw aan de slag te kunnen, vervijfvoudigd. “De krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt is zo groot dat we iedereen nodig hebben om de vacatures in te vullen”, zegt Vlaams parlementslid Axel Ronse (N-VA). De VDAB probeert nu ook leefloners te activeren.
“Als we willen streven naar een volledige tewerkstelling, dan zullen we wie inactief is - voor zover als mogelijk - aan het werk moeten krijgen en de verdere uitstroom naar inactiviteit veel strenger bewaken”, zegt arbeidseconoom Stijn Baert van de UGent. “Vooral de herintrede op de arbeidsmarkt na langdurige ziekte verdient aandacht. Bovenop een verdere - financiële - responsabilisering van werkgevers en werknemers moeten we wie ziek is geweest beter naar andere functies begeleiden, eventueel na een brugopleiding.” Voortgaand op de nieuwste cijfers van het kabinet van minister Philippe Muyters (N-VA) is die boodschap stilaan doorgedrongen in Brussel.

“De krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt is inderdaad zo groot dat we steeds meer moeten kijken naar de groepen van inactieven om vacatures in te vullen”, zegt Vlaams Parlementslid Axel Ronse. Langdurig zieken, bijvoorbeeld. “In 2012 waren 864 zogeheten arbeidsongeschikten via de VDAB ingeschakeld in een traject naar werk. In 2017 waren ze met bijna 4.000. Een explosieve stijging dus.”
Job op maat
Het gaat hier voor alle duidelijkheid om mensen die van hun geneesheer groen licht hebben gekregen om opnieuw aan het werk te gaan, maar die op basis van hun mogelijkheden en beperkingen niet meer terug kunnen naar hun oude job. “Via de VDAB worden zij begeleid met een traject op maat. Met succes: na een half jaar vindt 12,5 procent al werk, na 24 maanden gaat het om 28 procent.”
Een tweede potentiële rekruteringsvijver is die van de leefloners. Die kunnen sinds begin 2017 tot 24 maanden lang via de VDAB tijdelijke werkervaring opdoen om zo de juiste arbeidsattitudes aan te kweken en competenties bij te schaven in een reële context. “Eind februari stond de teller hier al op 6.359 deelnemers, van wie er 505 intussen al vast aan het werk zijn. En dat in amper 14 maanden tijd”, zegt Axel Ronse. Hij roept meteen alle stadsbesturen en OCMW's op om hier volop op in te zetten. “Want nu zijn er grote verschillen. Antwerpen spant de kroon met 2.376 trajecten, een pak meer dan de 341 in Gent. In mijn eigen stad, Kortrijk, zijn 168 trajecten opgestart, tegenover maar 74 in Brugge.”
Het Nieuwsblad*, Za. 28 Apr. 2018, Pagina 9